Friday, July 04, 2008

Sunday, November 27, 2005

Sunday, June 12, 2005

foto's

Voor de 1000 foto's die gemaakt zijn met het palmke zal weldra een webadres toegevoegd worden, of zal een andere mogelijkheid gecreëerd worden om de foto's te bekijken.

Thuiskomst

Het gevoel om via Warshau en Berlijn stilaan thuis te komen, maakte het ons makkelijker om effectief de weg naar huis in te slaan. Onze reis op dit moment verlengen in onze contreien sloot niet aan bij het warme gevoel dat we overgehouden hadden aan Oekraïne, Moldavië en Rusland. Op donderdag 09 juni reden we in één trek van Berlijn naar Antwerpen. Nadjezjda moet ook opgelucht geweest zijn, want de laatste 200 km. vertoonde ze een ernstige afwijking op de stuurinrichting. Als ik het stuur losliet, reed ze oververmoeid de berm in. Na 8300 km zonder enig technisch morren, begon ze nu toch een beetje te sputteren. Nadjezjda heeft een heel stuk wereld met ons rondgereden, in feite tegen alle verwachtingen in. Ze startte iedere keer trouw en heeft ons nimmer teleurgesteld. Ze heeft ons voor de deur afgezet en staat nu nog wat te bekomen van de inspanning.

Wij zijn dus veilig thuis aangekomen en hopen dat er toch enkelen geweest zijn die wat van de weblog hebben genoten.

By the way: een betere titel voor onze weblog is: Reis Rond de Zee van Azov...

Berlijn

Enigzins teleurgesteld in Warshau, keken we hoopvol uit naar Berlijn. Overigens niet onterecht bleek al snel. De nostalgie voor het Oosten bleef nog wel in onze kleren hangen, maar Berlijn heeft ten minste voldoende allures van een grootstad om dit te compenseren. Bij onze eerste wandeling 'Unter den Linden' stonden de verwachte punkers al klaar om ons te begroeten, wat ze uiteraard niet deden, hun status indachtig.
Te laat om op de camping in te checken sliepen we nogmaals in de auto te midden van een beschermd bosgebied aan de rand van een rivier. De volgende ochtend regelden we de camping, die ons zeer duur overkwam, en trokken de stad in.
Hoogtepunt (letterlijk, 368m hoog) was de TV-toren, midden in de stad. Het ronddraaiend restaurant op zo'n 207 meter hoogte offreerde een prachtig uitzicht op de stad, die in miniatuur aan ons voorbijgleed.
De volgende dag reserveerden we voor de Neue Nationalgalerie, alwaar een overzichtstentoonstelling plaatsvond van de Duitse expressionistische beweging Die Brücke, met werk van Kirchner, Heckel, Nolde, Pechstein en Schmidt-Rottluff. Het in onze herinnering geengageerde-intellectuele expressionisme werd door deze club op eerder bourgeois-esthetische gronden verwezenlijkt. De vernieuwende vorm blijft bij deze heren voornamelijk toegepast op de vertrouwd-classicitische onderwerpen (naaktmodellen en landschappen) en dit bij het aanbreken van de Tweede Wereldoorlog nota bene. Als ze al eens een 'exotische' reis maakten à la Gaugain, kozen ze liefst een Duiste kolonie; Oost West, thuis Best. Al bij al wel een zeer mooie tentoonstelling en vergeef ons deze onacademische appreciatie.
Na enkele kiekjes van de verplichte Kaiser-Wilhelm-Gedächtniskirche en een copieuze supermarktmaaltijd doken we onze tent in...

Sunday, June 05, 2005

Warschau

Warschau is een Westerse stad. Het alfabet is weer iets sneller te ontcijferen, ze spreken hier wat engels, het is hier proper. Maar het is een stad die me niet echt raakt. Ik ben mijn hart verloren in Oekraiene en Warschau voelt al heel erg aan als thuis. Het is een stad met veel karakters; oud en nieuw lopen hier door elkaar. Het in de oorlog volledig verwoeste oude stadsgedeelte werd nadien weer opgebouwd en ze hebben dat goed gedaan, maar toch mist het naar mijn aanvoelen wat ziel. Sven en ik vonden na lang zoeken een ongezellige camping (de campings die op kaarten en in boeken staan zijn blijkbaar allemaal opgedoekt - misschien een poging om toeristen het gevoel te geven dat ze niet welkom zijn?) en werd de tent nog eens opgezet. Warschau is Polens duurste stad en dat voel je duidelijk als je van Oekraiene komt.

We zijn het stalinistische bouwwerk dat het paleis van Cultuur en Wetenschap huisvest (zogenaamd 234 meter hoog, maar daar geloof ik niet veel van, het ding lijkt een pak lager dan onze kathedraal) en hebben door de oude stad gekuierd.
Een hoogtepuntje van het bezoek aan de stad was het Nationaal Museum dat een ongelofelijk indrukwekkende collectie Oudgriekse en Egyptische kunst bezit. Werkelijk zonderbaarlijke stukken, in zeer goede staat allemaal en dat alles in een smaakvol ingericht museum met uitstekende keuzes voor licht en presentatie.

Weldra verlaten we Warschau weer en het spijt ons ook niet echt. Berlijn is de volgende stad waar we halt zullen houden...

Wederom Polen

Ons vertrek uit Kiev was wat met pijn in het hart, de stad is immers zo geweldig dat ik er dolgraag zou willen gaan wonen. Enkele jaren avondschool Oekraiens en dan hop hop naar de stad. Maar nu zat er niks anders op dan te vertrekken. Het weer was stilaan ook wat omgeslagen en het regende af en toe enkele droeve druppels. We vertrokken in de vroege namiddag om de lange weg naar Polen in het daglicht te vangen.

De weg naar Polen bleek uitzonderlijk geschikt voor de auto, want het ging sneller dan verwacht. We hadden gedacht dat de strijd met de weg ons minstens twee dagen zou kosten, maar tegen zonsondergang stonden we al aan de grens. We hadden op onze weg zoveel mogelijk kiosken en winkeltjes aangedaan om daar de volledige collectie sigaretten op te kopen (nooit meer dan vijf pakjes tegelijkertijd). Tegen dat de grens in zicht kwam hadden we een zestigtal pakjes verspreid over de hele auto, en hoopten we op geen al te strenge controle, want de precieze uitvoerquota kenden we niet; en aangezien Polen toch de grens met de Europese Unie moest bewaken...

De grens. Er stond een ontzettend lange rij auto's. De meeste mensen stonden naast hun wagen en er was heel wat bedrijvigheid. Veel over en weer geloop van vreemde mannen en er werd verschillende keren op ons raampje geklopt om allerlei dingen te vragen. Er waren mensen die wilden voorsteken en vroegen of wij zo vriendelijk wilden zijn om plaats te laten bij de volgende vooruitgang van een meter of drie ergens in het volgend uur, en er waren mannen die ons voor 20 dollar naar voor wilden brengen met grote verhalen over de duurtijd naar de grens (10 uur wachten!), en er was een vreemde kwiet die ons 2 Hrivna aftroggelde voor iets wat zogenaamd een ecologische taks moest zijn voor het gebruik van het lapje grond voor de grens. Hij droeg een naamkaartje en lachte breed, maar een uniform had hij niet en waarschijnlijk was het allemaal onzin.
We bereikten de uiteindelijke grenspost pas na drie uur wachten. De chaos was weer compleet. Waar we naartoe moesten, hoeveel stempels en briefjes we te pakken moesten krijgen was totaal onduidelijk en in die regio wordt er blijkbaar nog maar weinig Russisch gesproken en is het vooral het onverstaanbare Oekraiens dat er het gangbare gewauwel is. Lijnen op de weg trekken de Oekraieners trouwens niet. Wel op autostrades (of wat daar voor moet doorgaan), maar van zodra het relevant wordt, laten ze de lijnen gewoon weg (in steden, op belangrijke kruispunten, en aan grensposten). Dit grenspostje blonk duidelijk uit in onduidelijkheid. Aan sommige grensposten worden echt rookgordijnen opgehangen. Ze liggen in afgelegen gebieden en er ontstaat een volledig minidorp waar niemand eigenlijk de ware bedoeling of werking van kent en waar iedereen een andere taal lijkt te spreken. Onze auto werd gecontroleerd door een jonge gast in legeruniform met groot pillicht, die ons hielp om het onbegrijpbare briefje in te vul;len dat we twee uur daarvoor toegestoken hadden gekregen door een jongen in burgerkledij toen we in de lange rij stonden. Hij brabbelde ook wat woorden en we begrepen eruit dat hij ons zei om niet bang te zijn (dat waren we niet, we waren alleen in de war door de schitterend gechoregrafeerde chaos) en dat hij wat geld wilde. Sven stak hem wat Hrivna's toe die hij op schijnbaar achteloze wijze wegmoffelde, zich er danig van vergewissend dat niemand het gezien had... We moesten weer stempels verzamelen en die in loketten gaan tonen, een keertje teruglopen voor een vergeten stempel en nog enkele kleine controles doorlopen, maar uiteindelijk waren we er door. Gedurende de volledige reis waren al onze grensoversteken met Oekraine (6 x) opmerkelijk proper verlopen. Ze hadden ons altijd correct behandeld en we hadden nooit ergens moeten betalen voor onduidelijke vignetten of louche zaken. Tot dan toe was het allemaal overzichtelijk geweest en waren de meeste douaniers ook sympathiek, maar dit was een grensoversteek in mineur. Wat een werk moet daar nog geleverd worden! Enfin, de Poolse grens lag nu nog maar enkele meters voor ons... En wat een wereld van verschil...

De Poolse grens: duidelijke lijnen op de grond, goed verlichte borden, aanwijzingen en paspoortcontrolehokjes, professioneel personeel met professionele apparatuur. Correct, en iedereen sprak Engels. Er werd mij gevraagd of we sigaretten invoerden en ik mompelde dat we er maar enkele bijhadden voor eigen gebruik. Bij het openen van de auto kwam de gewoonlijke reactie: de wengbrauwen werden opgetrokken, en het was niet nodig om alle zaken en doosjes te openen (Nadjezjda is al van het vertrek af aan een kleine puinhoop. We hebben snelbinders waar onze onderbroeken en t-shirts op hangen te drogen die we de avond tevoren in een badje hebben gewassen, en alles ligt meestal dooreen door de hobbelige wegen.).

De wegen in Polen waren een bijna surrealistische ervaring. Overal katoogjes op de grond, gladde wegen, veel bordjes en propere lijntjes op de grond. We sliepen die nacht wederom op de parking van een tankstation. Ik was compleet uitgeput.
De ochtend werd ingezet met een koffie en we reden in een ruk door naar Warschau.

Kiev

Kiev is een wereldstad van niveau. De aangename drukte die er heerst, veroorzaakt door veel volk, marktkraampjes, op het voetpad parkerende auto's (een alomtegenwoordige gewoonte in deze metropool), maakt de stad bruisend en frivool. Je hebt er ook niet het gevoel dat je een bepaald 'toeristisch' traject dient te volgen, waar je ook inslaat is er wel iets te ontdekken. De Sofia kerk, inclusief klokkentoren, is mooi gerestaureerd en geeft een zuiver beeld van vervlogen tijden. De prachtig gekleurde muurschilderingen op de meterdikke muren bewaren de warmte binnenin en geven zo tevens een duidelijk begrip van het oude Orthodoxe geloof, dat volgens mij veel dichter bij de mens staat dan onze verticaal-katholieke kerkmacht.
Na het passeren van de Gouden Poort, belandden we in het Nationaal Kunstmuseum waar een tentoonstelling 'Oekraiense Portretten' doorging. Een indrukwekkende verzameling van naar het leven geschilderde smoelwerken over twee- driehonderd jaar: boeren, tsaren, hetmannen, bedelaars, minaressen, adel, ambtenaren enz.
Het Museum voor Wetenschap en Natuurgeschiedenis biedt een volledig overzicht wat betreft de evoltie van de aarde en wat er op plaatsvond; met uiterst respect- en liefdevolle toewijding zijn er duizenden opgezette diersoorten (van minimieren tot maximammoeten) terug te vinden en nog meer handmatig ingekleurde informatiebordjes. Er was ook een tentoonstelling over vlinders.

Saturday, June 04, 2005

Terug in Oekraine, en de lange weg naar Kiev

Eenmaal terug in Oekraine hadden we nog een lange weg af te leggen naar Kiev. Ik duwde op de gaspedaal in de mate dat de wegen het toelieten (in de oostbloklanden is 100 km/uur al heel snel meestal). Voordat we het centrum van Mariupol (een stad ter hoogte van Donetsk) binnenreden, maakten we voor het eerst kennis met een indrukwekkend 'archaisch' industrielandschap, een bijna surrealistische indruk. Overal fabriekspijpen en rook (wit, rood, zwart, bruin...), zo ver het oog kon zien, lawaai van fabrieken, steenkool, verroeste treinwagons, grauwe wegen en stof stof stof. Op de auto lag in een mum van tijd een dikke laag stof. De zon zakte al een beetje en er hing een lichte mist over de stad. Helaas hebben we van dat beeld geen foto's kunnen maken. Het verkeer nam ons volledig in beslag. In Mariupol konden we opnieuw Hrivnas tanken en daarop een hapje gaan eten in de Metallurgiestraat (wel toepasselijk daar). Vervolgens reden we door en overnachtten we in een rustiek tankstationnetje aan de kant van de weg. De auto bewees nog maar eens haar nut. De volgende dag reden we tot in Zaparozjzja, een stad waar we vooral de rivier Dnjepr van gezien hebben. Omdat we in de auto hadden geslapen en geen douche hadden kunnen nemen, maakten we van de situatie gebruik en doken, zoals wel meer mensen daar, in de rivier en lieten ons opdrogen in de zon. We bleven daar iets langer dan een uur in de middagzon liggen, ons goed bewust van het verbrandingsgevaar. Daarom besloten we 'tijdig' om terug in de auto te stappen, die ondertussen veranderd was in een sauna.
Er werd weer doorgereden tot het donker was en we zochten ons wederom een tankstation uit.
Bij het ochtendkrieken bleek Sven de dag ervoor een serieuze zonneslag opgelopen te hebben. Met een lang gezicht, maagkrampen, hoofdpijn en lichte koorts werd de dag ingezet. Zwijgend reden we tot in Kiev.
Kiev! Kiev, stad van mijn dromen. Wat een geweldige stad. Ze is reusachtig, indrukwekkend, stijlvol en ontzettend groen. Vova had ons in Simferopol gezegd dat er in Kiev geen park ligt, maar dat Kiev een stad in een park is.
Het duurde even voordat we een stadsplan hadden gevonden en Sven met zijn zonneslaggemopper tot bewegen gebracht kon worden, maar we checkten al bij al redelijk snel in in hotel Express.
Sven viel bijna ter plekke halfdood neer in bed en ik nam, na een kleine zoektocht, een douche (we hadden een kamer genomen zonder douche - die was de helft goedkoper, en blijkbaar konden we een verdieping lager een douche vinden).

We bleven drie dagen in Kiev. We genoten met volle teugen van de stad. Op iedere straathoek is iets te zien, het ene gebouw is al mooier dan het andere, de musea zijn interessant en de mensen zijn vriendelijk. Sven en ik vermoeden dat Kiev binnen een jaar of tien door toerisme overstelpt worden, maar de stad is waarschijnlijk groot genoeg om die stroom te kunnen opslokken.
Beste mensen die dit lezen: ga naar Kiev binnen dit en vijf jaar. De stad is klaar om ons te ontvangen, ze is absoluut levend en sprankelend en nu nog betaalbaar. Je zal er geen spijt van krijgen...

Taganrog en de grensoversteek naar Oekraine

We hadden besloten om Rusland wat noordelijker te verlaten en via Kiev terug te komen. Nadat we Krasnodar verlaten hadden met onze speciale visa reden we via Rostov-aan-de-Don in de richting van de grens.
Enkele uren later reden we Taganrog binnen. De avond begon te vallen en het werd ons al gauw duidelijk dat we niet ver meer zouden rijden. Ik was wederom moe van de lange inspannende rit en Taganrog oogde onzettend vriendelijk. Een grote hoofdstraat met rustig en beleefd verkeer, de avondzon die een warm licht op de stad wierp. Het was een kleine oase van rust. We gingen op zoek naar een hotelletje, maar degene die we vonden bleken allemaal vol te zitten. Moe en hongerig werd er een onnozel visrestaurant uitgekozen; slaapplaats was voor na het eten. Na het eten werd een taxichauffeur gevraagd om voor ons te rijden en ons naar hotel Assol (een aanrader van de ober) te leiden.
Hotel Assol was het meest aangename en charmantste hotel van de reeks die we tot dan toe gezien hadden. Ze waren hoogstvriendelijk, goedkoop en de kamer was voor het eerst ook redelijk stijlvol ingericht. Op de hele reis waren de hotels qua inrichting niet om aan te zien, en meestal ook: hoe duurder hoe belachelijker. Maar hotel Assol had alles wat we wensten. Er werd even kort overwogen om nog een extra nacht te blijven, maar we wilden eigenlijk toch zo snel mogelijk Rusland uit.
De volgende middag dwaalden we door het opmerkelijk vriendelijk stadje, genietend van de hete zon en we kwamen er ook achter dat Taganrog de geboortestad van Tsjechov was...

De grens met Oekraine was vlakbij; het duurde maar even voordat we de douaniers konden begroeten. De grenspost was bijna velaten toen we er arriveerden. Onze aparte visa werden met veel zorg en aandacht bekeken, toen wij in de hete zon stonden (40 granden celcius) te wachten, maar er werden geen extra vragen gesteld en we konden vlot naar Oekraine...

Monday, May 30, 2005

Krasnodar

De zee van Azov bracht ons even terug bij het besef dat we op vakantie waren. De telefoons met de ambassade en het thuisfront waren behoorlijk hectisch geweest en we moeten waarschijnlijk alletwee nogal overstuur geklonken hebben. We hadden er immers alle twee even genoeg van, en het halsstarrige gezicht van de douanier had ons niet kunnen troosten. Die duik in de zee hadden we hoedanook dik verdiend. We beseften stilaan wel dat ieder moment langer in Rusland ons ook veel geld kon gaan kosten...
Maar toen we verder reden naar Krasnodar was ons humeur er op vooruit gegaan.We besloten het vanaf nu wat rustiger aan te doen; we hadden enkele zware dagen achter de rug en degene die voor ons lagen gingen er waarschijnlijk niet beter op worden.
We stopten in Temrioek bij het vallen van de avond en checkten in een uiterst bizar hotel. Het was er erg donker, de mensen deden er erg vreemd en er hing een raar sfeertje. Mijn persoonlijke overtuiging is dat het een hotelletje is waar er een keer in de maand mensenvlees gegeten wordt, maar harde bewijzen heb ik niet gevonden.
's Ochtends zijn we begonnen aan een fax voor de Belgische ambassade (ter attentie van de vriendelijke Zep Honselaar) en hebben gepoogd die in Temrioek gefaxt te krijgen. Na veel vijven en zessen is dat ons dan uiteindelijk ook gelukt en konden we 's middags (nog in een stuk) vertrokken naar Krasnodar, de stad waar we onze hoop op moesten verstigen.

Krasnodar is een grote stad. Geen onaangename, maar we kwamen er niet voor ons plezier, maar voor administratieve zaken. De zoektocht naar een hotel verliep redelijk moeizaam, zoals gewoonlijk hadden we aan de rand van de stad een stadsplan gekocht en probeerden we het hart van de stad te begrijpen en te overwinnen. De hotels waren duur en we bleven wat rondlopen op de grote boulevard, waar ook ergens het MID of Ministerie van Buitenlandse Zaken moest zijn. Aan een of ander hotel werden we aangesproken door een klein Russisch vrouwtje die aanbood om bij haar te logeren, voor een redelijke prijs - nog altijd duur, maar toch goedkoper dan de hotels in de stad. We besloten haar aanbod aan te nemen en morgen weer verder te kijken. Dina Fjodorovna was een vreemde vrouw. Overdreven vriendelijk en toch ook niet echt, sloeg ook voortdurend kruisjes over ons heen. Ze onderzocht onze paspoorten en zei dat we wel in orede zouden zijn met onze paspoorten omdat we anders niet tot in Krasnodar geraakt zouden zijn...
Ze woonde piepklein, redelijk aangenaam, in een schattig huisje dat praktisch ingericht was. We moesten onze schoenen uitdoen voor we binnengingen, mochten in huis niet roken en als we wilden douchen moesten we aan haar vragen om de boiler op te zetten en daar voegde ze dan telkens aan toe welke dingen we eerst moesten doen (eerst naar het toilet, dan tanden poetsen en dan douchen). We lieten het maar wat over ons heen komen. We gingen die avond nog sushi eten, in de waarschijnlijk hipste keet van de hele stad, waar ze een aantal flatscreens hadden hangen, waar sneeuwwitje op gespeeld werd, weliswaar zonder klank.
Op 26 mei (ondertussen vier dagen na het vervallen van onze paspoorten) gingen we naar het MID. Het gebouw stelde ons al direct enigszins teleur. Het was geen indrukwekkend sovjet-staatsgebouw, het was geen pronkerige reuzevilla, nee, het was gewoon een lelijke hoge building, klaar om afgebroken te worden. Na eerst een aantal formaliteiten te doorworstelen (briefjes ondertekenen, paspoortcontroles) mochten we naar boven, naar het gevreesde MID waar we, volgens Zep Honselaar, ene Manko moesten gaan zoeken. We werden van kamer naar kamer gestuurd en kregen enkel de assistent van Manko te zien. De assistent was een hoogstonvriendelijk man, die enkel wat in het Russisch brulde (Svens Russisch is niet van die aard dat hij dergelijke groffe taal kan verstaan) en ons behandelde als een stuk vuil. We konden uit zijn gewouwel verstaan dat we drie pasfoto's elks moesten geven, dat hij 150 dollar per man van ons wilde en dan ook nog een 600tal Roebels. Vervolgens werden we op een drafje buitengewerkt en stonden we weer op straat. De vermoeidheid sloeg bij ons beider toe. De verdere middag werd verder gevuld met verschrikkelijk slecht eten, slechte koffie en onvriendelijke diensters.
Er moest gerust worden. Bij Dina Fjodorovna werd de reisroute opnieuw bekeken en werd er even overwogen om toch naar Moskou te rijden. In Moskou zat Zep Honselaar immers... Maar ik wimpelde dat idee af. 2000 kilometer omrijden naar Moskou daar had ik de moed niet meer voor. Nee, het moest hier in Krasnodar afgemaakt worden...
We gingen in de namiddag op pad om de stomme opdrachten van de assistent van Manko te vervullen. Na een telefoontje van Zep kregen we opnieuw wat moed en volbrachten we de volledige taak. Dollars, foto's, Roebels... Bij het MID werd ons ditmaal al veel vriendelijker (na het zien van dollars?) medegedeeld dat we de volgende ochtend moesten terugkomen en dat onze visa dan in orde gemaakt zouden worden.
Na weer een nachtje bij Dina, kwamen we voor de laatste keer in het MID. Iets voor de middag hadden we onze visa, vol stempels, en met de nieuwe foto's, en waren we onze dollars weer kwijt. We konden weg. Ik wilde niets liever dan de stad uit, het land uit. Na enkele glaasjes Kvas (een soort nationale limonade) vertrokken we en reden we tot in Taganrog (nog steeds Rusland)...

Saturday, May 28, 2005

De terugkeer naar Kertch en de grensproblemen

We beslisten die ochtend om het plan Georgie min of meer los te laten. De wens om Tblisi te halen mocht mocht niet ten koste van ons leven gaan. Tblisi, graag! Maar niet tegen elke prijs. We moesten nu gewoon zo snel mogelijk Rusland trachten te verlaten. Terugkeren naar Kertch, weer dag slingeren door de bergen, ik had er niet echt zin in. Een andere mogelijkheid was in Sochi, de boot naar Georgie te nemen, of ineens naar Turkije. We reden het eerste stuk door de bergen terug en probeerden in de haven van Sochi een boot te vinden. Er was een boot naar Batumi (Georgie) en naar Trabzon (Turkije), maar wel voor de prijs van 300 euro. We liepen de hele stad plat voor bankcontacten, en toen eindelijk het geld vergaard was werd ons verteld dat er die dag geen boten meer vertrokken. We moesten terug naar Novorossisk, en, met andere woorden, de hele bergrit opnieuw doen. We vonden bij het vallen van de avond een kleine camping met een betoverend uitzicht en een lapje grond en sappig gras. Ik sliep als een roos.
De volgende dag reden we verder terug en het rijden lukte wonderwel. Dodelijk traag en behoorlijk gevaarlijk maar het lukte.
Ook in Novorossisk bleken er geen boten te zijn die ons voor een redelijke prijs over de grens konden brengen en dus zat er niks anders op om in Kertch weer de veerboot op te springen en terug naar Oekraine te gaan. We vonden het eigenlijk een prima plan. Oekraine is gastvrij, wondermooi en visa zijn er niet meer nodig van mei tot september. Toen we in Kertch aankwamen, duurde het nog enkele uren voordat we een ticket bemachtigd hadden voor de boot en naar de grenspost mochten. Ik was bijlange nog niet op mijn plooi toen ik terug in Kertch aankwam en verlangde ondertussen sterk naar een paar dagen volledige rust. Een grasveldje met een klein waterke, geen verkeer, geen drukte, alleen maar slapen en met mijn tenen wiebelen...
Maar de douane had andere plannen met ons.
Omdat we verlopen visa hadden mochten we de grens niet over. Absoluut onmogelijk. Toen ik doorhad dat we die dag niet konden terugkeren, belden we de ambassade en begon de lange discussie met de plaatselijke soldaatjes.
De Belgische ambassade leek nog uit een winterslaap te moeten komen, want er werd me verteld dat we dan maar naar Moskou moesten komen voor nieuwe visa. Pas na twee drie telefoons werd onze assistent van de ambassadeur een beetje wakker, en begon ook zijn euiro te vallen dat we eigenlijk stevig in de problemen zaten. Sven en ik hadden verwacht dat ze ons een boete zouden laten betalen aan de grens voor ons onwettig verblijf, maar we mochten het land niet verlaten en moesten eerst nieuwe visa kopen...
De dichtsbijzijnde plek om dat te doen bleek Krasnodar, wederom dieper Rusland in, een stad met een afdeling van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Telefoons met Belgie en de ambassade, konden ons iets geruststellen en we besloten alle miserie even van ons af te spoelen door een duik in de Zee van Azov, aan een prachtig strandje.
We overnachtten in Temrioek, in een veel te duur hotel voor dergelijk boerengat. En de volgende ochtend begon de reis naar Krasnodar...

Kertch, Port Kavkaz en de rit naar Adler

We reden die nacht niet tot in Kertch. We sliepen aan een benzinestation in de auto en vertrokken terug om zeven uur 's morgens. We hadden haast. Onze transitvisa voor Rusland waren slechts drie dagen geldig; 20, 21 en 22 mei, en we gingen de grens pas de 22ste over. De veerboot en de douanepostjes verliepen redelijk vlot. Op de boot, beseften we dat het moeilijk werd om nu nog terug te keren. We moesten op 1 dag naar Georgie, door Rusland.
Aan Port Kavkas, de grens met Rusland bleek het noodzakelijk om een autoverzekering te nemen, te betalen met Russische roebels, die we niet in ons bezit hadden. Sven op zoek naar een wisselkantoor, terwijl ik een stapel papieren moest ondertekenen en probeerde om toch een basiscommunicatie te onderhouden met de dames van dienst. Pas een uur of twee later verscheen Sven weer, met de nodige roebels en konden we eindelijk vertrekken. Het was ongeveer twee uur 's middags, de auto was weer binnenstebuiten gekeerd, we waren nog redelijk fris en optimistisch. We schatten de afstand tussen Port Kavkaz en Abchazie op een kleine driehonderd kilometer, en dat leek haalbaar.
Maar we maakten een redelijk groffe vergissing daar. In het begin verliep alles nog vlot. De auto bolde lekker, de wegen waren goed, en Novorossisk - de eerste grote stad - naderde snel. Maar na Novorossisk beginnen de uitlopers van de Kaukasus en groeien de bergen aan een stevig tempo. Hoe verder we reden hoe meer de weg begonm te kronkelen in haarspeldbochten. De gemiddelde snelheid viel terug tot 40 a 50 kilometer per uur en de ingeschatte driehonderd kilometer bleken er al gauw een dikke zeshonderd te zijn.

Ik reed de hele dag. We voelden alletwee de stress van onze visa. Als we de grens niet tijdig haalden, hadden we problemen.
Geloof me: een hele dag door de bergen, met weinig rij-ervaring, met stress en veel te weinig slaap - het werd hoe langer hoe moeilijker voor me en ook hoe langer hoe verschrikkelijker. Ik werd misselijk van alle bochten en toen de avond viel, werd rijden bijna onmogelijk. Ik bleef nochtans rijden tot aan de grens. In Adler aangekomen, rond half twaalf 's nachts, bleek de grens niet zo eenvoudig te vinden en iedereen reed er aan hoge snelheden. Ik kon de weg nog nauwelijks zien, verwarde links met rechts, en mijn handen trilden. Sven ging aan een taxichauffeur vragen of hij voor ons kon rijden tot aan de grens, en zo arriveerden we aan de Abchazische grens om 5 voor 12.

De douane daar meldde ons - gelukkig erg vriendelijk - dat de grens gesloten was... Door politieke omstandigheden was het onmogelijk om de grens over te steken. Niemand kon erdoor, niet te voet en niet met de auto. We stonden in Adler, ons visum verliep en ik stond bijna staande te slapen.
In Adler, enkele kilometers weg van de grens, stortte ik in. Ik blafte Sven af, en barste in huilen uit. Ik durfde onmogelijk nog verder te rijden. Sinds het ongeluk rijd ik een pak minder zeker, en ik was compleet op.
We stapten dus uit, riepen een taxi en lieten ons naar een goedkoop hotel brengen. Nu ik het opschrijf lijkt het allemaal redelijk eenvoudig, maar daar op dat moment was ik compleet wanhopig, en blokkeerde mijn verstand.
Sven regelde het hotel voor een spotprijs terwijl ik in de gang stond te wenen.

Pas de volgende ochtend, na een beetje slaap, begon mijn hoofd weer wat te werken...

Vova en Jalta

Het is weer een tijd geleden dat ik de weblog nog kon aanvullen, en ondertussen is er weer veel gebeurd. Ik ga proberen om het toch nog netjes in volgorde te krijgen...

De titel is ditmaal Vova, geen stadje, maar een persoon...
Vova is de persoon waar we tegenop zijn gebotst met de auto. Vova is een Oekraiense bus-chauffeur die, nadat we de schade aan zijn auto betaald hadden, bereid was ons te helpen. We hadden niemand beter kunnen uitzoeken om mee te botsen, want Vova is een onvergetelijk individu, een standbeeld waardig.
De dag na het ongeluk kwam hij ons om tien uur 's morgens met de bus ophalen om rond te rijden in Simferopol op zoek naar nieuwe onderdelen voor de auto. Hij reed naar zowat iedere zaak in de hele stad om prijzen te vergelijken, catalogussen in te zien, telefoons te doen enz. Sven moest iedere keer mee, ik bleef in de bus zitten.
In totaal zijn we een vijftal dagen in Simferopol geweest en Vova heeft ervoor gezorgd dat het eigenlijk een fantastische ervaring is geworden. Behalve dagen met ons rond te rijden voor de auto, wilde hij niet dat we ons verveelden en kregen we soms vrijaf voor bijvoorbeeld een dag in Jalta.

Jalta is een klein kuststadje op Crimea, een 80 kilometer van Simferopol, makkelijk bereikbaar met een klein busje. We hebben daar voor het eerst in de Zwarte Zee gezwommen. Na een uurtje strand kwam er op enkele minuten wel een reusachtige wolk uit de zee die de hele stad in een nevel wikkelde, maar het bleef warm en Jalta werd er ook niet minder aantrekkelijk door.
Uren dwalend door de prachtige stad gedwaald, op zoek naar het museum van Tsjechov, hebben we de sfeer van de stad goed kunnen opsnuiven. Qua ruimtelijke ordening is het een bevreemdende stad, de huizen kriskras door elkaar, op verschillende hoogtes, gestut en soms half ingestort, schattige voetpaden en ongelofelijk groen, met bovendien ook veel palmbomen...

De volgende dag moesten we echter weer op pad met Vova, die voor ons weer een hele route had uitgestippeld om de auto zo snel mogelijk de baan weer op te krijgen... Vova dacht altijd aan alles en offerde vijf dagen op om ons te helpen. Hij bracht ons nog tweemaal naar Mikelaivka, een ander dorpje op Krim, waar zijn buslijn loopt, en zorgde er wonderwel voor dat we de nacht van de 21ste weer konden vertrekken. Onze bumper was gerepareerd (door een echte bumperreparateur die, geholpen door Vova, zijn avondeten moest overslaan om ons zo snel mogelijk te laten vertrekken), er stond een nieuwe vleugel in Nadjezjda (oorspronkelijk een rode, maar Vova zorgde ervoor dat die nog geverfd werd - dat het niet exact dezelfde kleur was zat hem wel wat dwars), een nieuwe koplamp, de pinkers werkten (om half twaalf 's nachts stond er nog een hele bende en een Vova rond de auto om dat op te lossen). Vova reed ons de stad uit tot we op de goede baan zaten naar Kertch, voor de oversteek naar Rusland per veerboot...