We hadden besloten om Rusland wat noordelijker te verlaten en via Kiev terug te komen. Nadat we Krasnodar verlaten hadden met onze speciale visa reden we via Rostov-aan-de-Don in de richting van de grens.
Enkele uren later reden we Taganrog binnen. De avond begon te vallen en het werd ons al gauw duidelijk dat we niet ver meer zouden rijden. Ik was wederom moe van de lange inspannende rit en Taganrog oogde onzettend vriendelijk. Een grote hoofdstraat met rustig en beleefd verkeer, de avondzon die een warm licht op de stad wierp. Het was een kleine oase van rust. We gingen op zoek naar een hotelletje, maar degene die we vonden bleken allemaal vol te zitten. Moe en hongerig werd er een onnozel visrestaurant uitgekozen; slaapplaats was voor na het eten. Na het eten werd een taxichauffeur gevraagd om voor ons te rijden en ons naar hotel Assol (een aanrader van de ober) te leiden.
Hotel Assol was het meest aangename en charmantste hotel van de reeks die we tot dan toe gezien hadden. Ze waren hoogstvriendelijk, goedkoop en de kamer was voor het eerst ook redelijk stijlvol ingericht. Op de hele reis waren de hotels qua inrichting niet om aan te zien, en meestal ook: hoe duurder hoe belachelijker. Maar hotel Assol had alles wat we wensten. Er werd even kort overwogen om nog een extra nacht te blijven, maar we wilden eigenlijk toch zo snel mogelijk Rusland uit.
De volgende middag dwaalden we door het opmerkelijk vriendelijk stadje, genietend van de hete zon en we kwamen er ook achter dat Taganrog de geboortestad van Tsjechov was...
De grens met Oekraine was vlakbij; het duurde maar even voordat we de douaniers konden begroeten. De grenspost was bijna velaten toen we er arriveerden. Onze aparte visa werden met veel zorg en aandacht bekeken, toen wij in de hete zon stonden (40 granden celcius) te wachten, maar er werden geen extra vragen gesteld en we konden vlot naar Oekraine...
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment