We beslisten die ochtend om het plan Georgie min of meer los te laten. De wens om Tblisi te halen mocht mocht niet ten koste van ons leven gaan. Tblisi, graag! Maar niet tegen elke prijs. We moesten nu gewoon zo snel mogelijk Rusland trachten te verlaten. Terugkeren naar Kertch, weer dag slingeren door de bergen, ik had er niet echt zin in. Een andere mogelijkheid was in Sochi, de boot naar Georgie te nemen, of ineens naar Turkije. We reden het eerste stuk door de bergen terug en probeerden in de haven van Sochi een boot te vinden. Er was een boot naar Batumi (Georgie) en naar Trabzon (Turkije), maar wel voor de prijs van 300 euro. We liepen de hele stad plat voor bankcontacten, en toen eindelijk het geld vergaard was werd ons verteld dat er die dag geen boten meer vertrokken. We moesten terug naar Novorossisk, en, met andere woorden, de hele bergrit opnieuw doen. We vonden bij het vallen van de avond een kleine camping met een betoverend uitzicht en een lapje grond en sappig gras. Ik sliep als een roos.
De volgende dag reden we verder terug en het rijden lukte wonderwel. Dodelijk traag en behoorlijk gevaarlijk maar het lukte.
Ook in Novorossisk bleken er geen boten te zijn die ons voor een redelijke prijs over de grens konden brengen en dus zat er niks anders op om in Kertch weer de veerboot op te springen en terug naar Oekraine te gaan. We vonden het eigenlijk een prima plan. Oekraine is gastvrij, wondermooi en visa zijn er niet meer nodig van mei tot september. Toen we in Kertch aankwamen, duurde het nog enkele uren voordat we een ticket bemachtigd hadden voor de boot en naar de grenspost mochten. Ik was bijlange nog niet op mijn plooi toen ik terug in Kertch aankwam en verlangde ondertussen sterk naar een paar dagen volledige rust. Een grasveldje met een klein waterke, geen verkeer, geen drukte, alleen maar slapen en met mijn tenen wiebelen...
Maar de douane had andere plannen met ons.
Omdat we verlopen visa hadden mochten we de grens niet over. Absoluut onmogelijk. Toen ik doorhad dat we die dag niet konden terugkeren, belden we de ambassade en begon de lange discussie met de plaatselijke soldaatjes.
De Belgische ambassade leek nog uit een winterslaap te moeten komen, want er werd me verteld dat we dan maar naar Moskou moesten komen voor nieuwe visa. Pas na twee drie telefoons werd onze assistent van de ambassadeur een beetje wakker, en begon ook zijn euiro te vallen dat we eigenlijk stevig in de problemen zaten. Sven en ik hadden verwacht dat ze ons een boete zouden laten betalen aan de grens voor ons onwettig verblijf, maar we mochten het land niet verlaten en moesten eerst nieuwe visa kopen...
De dichtsbijzijnde plek om dat te doen bleek Krasnodar, wederom dieper Rusland in, een stad met een afdeling van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Telefoons met Belgie en de ambassade, konden ons iets geruststellen en we besloten alle miserie even van ons af te spoelen door een duik in de Zee van Azov, aan een prachtig strandje.
We overnachtten in Temrioek, in een veel te duur hotel voor dergelijk boerengat. En de volgende ochtend begon de reis naar Krasnodar...
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment