Ziezo, hier zijn we weer...
In Odessa hadden we wat moeite om op dreef te geraken die eerste dag. We kochten een totaal verouderd stadsplan, met straatnamen die nog uit de sovjettijd stamden en de maaltijden liepen volledig in het honderd (eerst kregen we hoofdgerechten en dan voorgerechten, drank nadien, enz), we verdwaalden, parkeerden de auto voor een politiebureau waar we niet mochten staan, we hadden een telefoonnummer van een NA-lid, maar die kregen we niet te pakken via de telefooncellen, enz. Ik had een adres van een NA-meeting en we probeerden daar te geraken, maar we vonden alleen een meubelwinkel waar ze nog nooit van NA gehoord hadden. Huisnummers hebben ze ook niet echt en dus hebben we de NA-connectie maar met de gsm gebeld. Sasha bleek een beetje een dwazige persoonlijkheid maar wist ons wel tot aan de meeting te brengen... De meeting was weer een hele ervaring. Een donker keldertje in een vervallen gebouw; een man of acht die de voor mij o zo herkenbare NA-sfeer uitademden. Op de meeting zat een vrouw, Kristina, die vlot engels sprak en zij was van het eerste ogenblik vastbesloten om ons te helpen. Na de meeting werden we in een auto gestoken en konden we Nadjezjda ophalen. Kristina, een ware energiebom, loodste ons binnen in hotel Passage. Een hotel vol vervallen glorie. In de jaren 50 moet het een waar paleis geweest zijn, maar alles is sindsdien blijkbaar krak gebleven zoals het was. De telefoon, de televisie, de lakens en de bedden, het bad en de tapijten; alles onveranderd. Nadjezjda kon voor de deur geparkeerd worden voor een paar hrivna en Kristina bezorgde ons nog haar telefoonnummer...
We bleven twee nachten in Odessa. Een heerlijke stad. Overzichtelijk en groen. Een stad waarin wonen heel geloofwaardig lijkt. Veel vervallen, maar prachtige gebouwen en ze hebben een ongelofelijk prachtig museum, waar Sven en ik vlot drie uur in vertoefden. Onder Odessa liggen kilometers lange catacomben - de volledige stad is ondergraven met een indrukwekkend gangenstelsel en dreigt ook te verzakken - waarvan we een klein stuikje te zien kregen onder het museum...
We probeerden Kristina nog te bereiken, maar we hebben uiteindelijk niks meer gehoord van de NA-mensjes. We vertrokken de ochtend van de 16de uit Odessa. We wilden die dag heel het Krim doorrijden, tot aan Yalta, een erg lange rit...
We hebben de hele dag gereden. Hoewel Krim een autonome staat is hadden we geen problemen met de grens over te geraken. Rond een uur of zes wilden we voorbij de hoofdstad van Crimea rijden, maar daar sloeg het noodlot toe. Ik maakte een stevige inschattingsfout ivm het verkeer. Ik ramde een lokaal busje aan redelijke snelheid in de zijkant. Sven en ik bleven wonderwel volledig ongedeerd, en de schade aan de bus bleek ook nogal overzichtelijk. Maar Nadjezjda was er erger aan toe. De volledige rechtervoorvleugel, het wiel en de koplampen was volledig weggeblazen door de klap en we stonden daar midden op de baan...
Gelukkig werd er geen politie bijgehaald en begonnen de onderhandelingen over de schade aan de bus. Sven reed weg met een van de Oekrainers om het afgesproken bedrag af te halen van een bankcontact, terwijl ik met een van de andere het wiel probeerde te vervangen. Nadjezjda kon blijkbaar nog rijden (de motor hoogstwaarschijnlijk niet te erg beschadigd) en de aangeredenen brachten ons een plek waar we de auto konden zetten. Ik stortte toen compleet in. Ik heb de hele avond geweend. Een van de mannen Vova, breacht ons naar een goedkoop hotel en Sven probeerde in zijn beste Russisch wat te communiceren.
De volgende ochtend stond Vova ons om tien uur op te wachten om een hele trip door de stad te maken, op zoek naar de goedkoopste en snelste garagist, die een vleugel in voorraad had of kon bestellen. Vova is een redelijk jonge gast met een boel gouden tanden, die ons op zeer vanzelfsprekende wijze blijkt te willen helpen. Sven en Vova stapten de hele dag in en uit de bus om te onderhandelen, terwijl ik in de bus bleef wachten. Tegen de avond waren wij uitgeput, maar er was een vleugel besteld en de reparatie zou spoedig gedaan kunnen worden.
We checkten weer in in een ander goedkoop hotel en kropen vroeg in ons bed.
Ik ben een paar dagen stevig van de kaart geweest, terwijl Sven zich heel de tijd sterk hield en vooral ook heel lief was voor mij, en tegelijkertijd ook nog zinvolle gesprekken trachtte te voeren met Vova. Gisterenavond (we zijn nu de 18de) begon het gevoel van wanhoop bij ons twee wat weg te ebben en konden we stilaan weer wat lachen. De eerste ogenblikken dachten we dat de reis hier definitief gedaan zou zijn. Een blik op Ndjezjda was voldoende om die gedachte op te roepen. We weten niet of de reparatie zal lukken, en of Nadjezjda nog zal rijden, en zoja hoever dan nog, maar we willen doorgaan en we hopen Rusland nog tijdig te bereiken. We genieten ondertussen zoveel mogelijk van Simferopol - een mooie stad overigens en het is hier volop zomer - en we zullen deze reis met veel optimisme verderzetten. Zelfs al halen we Rusland niet, en moeten we verder met openbaar vervoer, we hebben nog heel wat weken voor ons liggen die we zeker zullen benutten om zoveel mogelijk te genieten...
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment