Na enig overleg besloten we Praag iets vroeger te verlaten, om de drukte aldaar wat te mijden. Praag is een ongelofelijk mooie stad, maar de toeristen zijn er een ware plaag. We zijn doorgereden naar Kutna Hora, een klein stadje ten Oosten van Praag, waar een knekelhuis de voornaamste bezienswaardigheid is. We kwamen echter te laat aan waardoor we dat gemist hebben. Tot overmaat van ramp begon Nadjezda te puffen aan een van de achterremmen, wat vooral mij tot lichte wanhoop bracht. Na een maaltijd en een blitzbezoek aan de indrukwekkende gotische kerk met 3-delig dak, zijn we doorgereden naar Brno, alwaar we - in de volle duisternis onder een schitterende sterrenhemel- op een manege belandden. Daar was de plaatselijke jeugd heftig aan het feestvieren. De eigenaar liet ons in zijn wei de tent opzetten.
Sven besloot die nacht eens in een paniekflash te schieten en de lokale jeugd met traangas te bestormen, in de volle overtuiging dat we anders gelyncht zouden worden. Op de noen ontwaakten wij en schilderden enkele blauwkleurige hartjes op Nadjezjda. Vervolgens, na een halve nachtrust en een halve dagreis, trokken wij strijdlustig de Poolse grens over. Een teleurstelling wat betrof de papiercontrole. De Tsjechische douanier was nota bene vriendelijk
en de Poolse nergens te bespeuren... Over slechte wegen en door bergachtig gebied vlogen wij met een zuchtende Nadjezjda (haar rem zucht nog steeds) naar Krakow, waar ze weer een internetcafe bleken te hebben.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment