We zijn eerst gearriveerd in Dusseldorf, na een hele omweg, waar we Peter Rubsam ontmoet hebben, een beeldhouwer bij wie ik drie jaar gewoond heb in de jaren tachtig - ik was vier. We zijn vervolgens doorgereden naar Kassel, over heuvels. Nadjezjda - ons autootje - doet het geweldig. Diezelfde avond zijn we nog doorgereden naar Eisenach - donkere wegen, en heel geconcentreerd rijden - waar we bij de ingang van een camping in de auto hebben geslapen, Svens eerste contact met het minder luxueuze leven.
We zijn doorgereden naar Weimar waar we ondermeer het Nietzsche archief bezochten en het graf van Goethe. Heel tof stadje.
Tegen de avond staken we de grens over naar Tsjechie, waar ze mijn identiteitskaart al direct aan een strenge controle onderworpen met een loep en een ernstig gezicht.
Karlova Vary oogde bij nacht als een ware boevenstad waarvan het centrum onvindbaar bleek voor ons vermoeide reizigers. Sven vertoonde overigens ernstige symptomen van ziekte. Koorts, bleek en moedeloos. We sliepen op de parking van een mistroostig tankstation in de gietende regen - gelukkig wel in Nadjezjda.
Op de weg naar Praag, de volgende ochtend, sliep Sven zijn ziekte een beetje weg...
Aan de rand van Praag zochten we een camping en zette Sven zijn eerste tent op. Praag is indrukwekkend, maar erg toeristisch. Ze hebben er ook een internetcafé...
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment